Categorie archieven: Vakantie 2017

Vakantie 2017 in Schotland

Woensdag, 12 juli 2017

Ja ja, ik ben niet de enige persoon die “vroeg” op staat. Dit keer was het Henriëtte die als eerste de binnentent verliet. Niet helemaal eerlijk, want zij werd wakker t.b.v. een sanitaire stop en bleef vervolgens maar op, mede om dat we hadden afgesproken niet te laat te beginnen met het opbreken van de tenten.

De tent van Madelon had ik de dag ervoor na terugkeer van het avondeten al opgebroken. Het was die avond schitterend weer en de tent was dan ook helemaal droog. Zelf hebben we nog maar even buiten gezeten, want de Midges/Knutten lieten als snel weten dat zij er ook nog waren.

De tenten waren zoals gewoonlijk snel opgebroken en daar we dit keer geen rekening hoefde te houden met een derde zitplaats in de auto, was alles ook nog eens in notime in de auto opgeborgen.

Rond half tien reden we de camping af voor de rit naar Newcastle dat 185 mijlen bleek te zijn. Het eerste stuk was de M8, autoweg waarover we lekker snel opschoten. Vervolgens kregen we net als de heenreis na Glasgow een nieuw stuk autoweg alwaar we helaas de afslag miste richting Carlisle. Daar het een nieuw stuk autoweg betrof raakte ook de GPS van de auto in paniek, dus zijn we maar gaan rijden met common sense en daarmee hadden we de GPS binnen een paar mijlen weer gerust gesteld en zaten we weer op de route. Vanaf Carlisle was het weer buiten bebouwde kom weg, hetgeen betekend dat we qua snelheid weer overgeleverd waren aan de rijsnelheid van de voorste weggebruiker. Dit bleek de eerste 20 mijl een wat oudere heer te zijn die 45 mph een lekker tempo vond en inhalen, tjsa, dat is er niet bij. Uiteindelijk veranderde de weg in een dual carriage way en konden we weer lekker opschieten met een gangetje van 70 mph.

Veel te vroeg, maar dat is wel fijn, waren we bij de terminal in Newcastle. We zijn dan ook rechtsomkeert gemaakt richting een outlet winkelcentrum. We hebben nog gekeken bij twee outdoorwinkels voor nieuwe bergschoenen voor Jet, maar daar konden we geen goede vervangers vinden. Des ochtens had ik in de tent nog twee pond gevonden en die zijn in een pondshop omgezet in een fles cola en een grote verpakking met Toblerone chocola. Vervolgens hebben we ons een passende lunch laten aanmeten bij een, in de zelfde winkelcentrum, aanwezige Subway en zijn maar afgereden naar de Terminal en aangesloten bij de reeds aanwezige reizigers met het zelfde doel. We stonden daar achter een zeer mooi gerestaureerde dan wel onderhouden VW T1 transporter met campingset.

Gewapend met twee campingstoelen zijn we naast de parkeerplaats van onze Subway gaan genieten en toen deze op was, keurig getimed, begon men met inchecken en zodoende waren we lekker vroeg aan boord. Zo vroeg zelfs dat er op het bovenste dek, de Skybar, ruimte genoeg was om lekker te gaan zitten met een drankje. Op de heenreis waren we namelijk dusdanig laat ingescheept, dat het daar afgelaaie druk was met onder andere TT gangers.

Lekker zitten in de Skybar

Terwijl wij daar lekker in het zonnetje zaten, de eerste echte warme zon van deze vakantie, koos ons schip het ruime sop en toen deze goed en wel op zee was, zijn wij naar de hut gelopen, om ons klaar te maken voor het diner. We hebben een tafeltje gereserveerd aan het raam, dus met uitzicht op zee. Nu maar hopen dat het schip niet te veel slingert en dat de gegeten maaltijd aan boord van je lichaam blijft.

Dinsdag, 11 juli 2017

Weer veel te vroeg, maar wakker is in mijn geval wakker, Kan ik natuurlijk wel lekker onder het dekbed blijven, maar dan ga je liggen denken over allerlei dingen en dat maakt het geheel er niet rustiger op. Dus! Maar op gestaan. Vandaag moest Madelon het vliegtuig naar Nederland hebben vanuit Glasgow. Dit toestel van de KLM zou om half twee vertrekken, dus dat betekend op z’n laatst inchecken om half twaalf. Voor de zekerheid zijn we maar om tien uur afgereden. Volgens de GPS zou het maar een half uur rijden zijn, maar ze had deze vakantie wel vaker een heleboel te rijden miles en minuten erbij verzonnen tijdens de rit en waarom zouden we het risico nemen. Dit keer had de GPS het in een keer goed en om ruim voor elven waren we dan ook op Glasgow airport. Het inchecken deed Madelon zelf en binnen een paar minuten was ze dan ook door de machine voorzien van een instapkaart. Geeft je meteen te denken waarom er dan zoveel mensen bij een incheckbalie in de rij staan. Daar er nog veel tijd over was, zijn we maar een bakkie gaan doen en rond half twaalf is Madelon door de security heen gegaan en zijn wij onze auto gaan zoeken op de parkeer plaats.

Het was nog even zoeken om de juiste weg te vinden richting het noorden, maar ook kwam dat met een beetje zigzaggen op z’n pootjes terecht. Henriëtte had een wandeling uitgezocht in het Trossachs gebied waarin een soort van Schlucht was opgenomen. Die wandeling leidde ons een berg/heuvel op die ons uiteindelijk door, inderdaad een soort van Schlucht leidde. Deze kloof heeft Whangie en was inderdaad de moeite van het wandelen waard. Bovendien hadden we vanaf de heuvel een schitterend uitzicht over het Trossachs natuurgebied. Helaas bestond de terugreis door dit gebied voor het grootste gedeelte uit drassige paden, waarbij ons bergschoeisel tot het uiterste op de proef werd gesteld. De oude stappers van Jet bleken hierbij niet meer helemaal hier tot in staat te zijn, maar de schoenen die ik vorig jaar in Zwitserland heb gekocht gedroegen zich uitstekend. Hierbij moet wel worden gemeld dat de variant die door Jet in gebruik is al de nodige jaren actief is en bovendien uit een andere prijsklasse is gekomen.

Uitzicht vanaf de Whankie

Op de terugweg naar de camping kwamen we langs de distilleerderij van Glengoyne. Ook dit is een door mij een zeer gewaardeerd whisky merk, dus ook hier zijn we maar even gestopt voor een bezoek. Tijdens de rondleiding bleek de distilleerderij niet te produceren wegen de seizoenstop. Elk jaar houd deze stokerij een stop voor onderhoud en bovendien wil een deel van de medewerkers ook wel eens op vakantie. Ter compensatie zou er een extra glas whisky worden geserveerd.

Zo’n distilleerderij die in onderhoud is, is ook interessant is gebleken. Alles is leeg en staat open, zodat het geheel ook eens van de binnenkant te zien is. Nu kon je pas echt zien hoe groot zo’n fermentatie vat eigenlijk is. Hoe groot de washkuip is en hoe een distilleertoestel is opgebouwd.

Zicht op Glengoyne Distillery

De man die ons rond leidde, de eerste die overigens in Kilt liep, was iemand die het zeer leuk vond om anekdotes te vertellen. Zo werden we allereerst getrakteerd op een videofilm geflankeerd met een dram 12 jaar oude Glengoyne, waarin een aantal mensen waaronder medewerkers van de fabriek, maar ook de eigenaar van een sherrymerk zijn verhaal deed. Naast de man van de sherry was ook een schot van ondertitels voorzien. De man sprak zo onverstaanbaar schots dat zelfs de locals de goede man niet helemaal konden volgen. Volgens onze rondleider moesten we de man, genaamd Billy, hier maar niet over aanspreken, daar hij er niet helemaal blij mee was dat hij de enige schot was die ondertitels nodig had. Verder gaf onze leider aan, toen hij te horen kreeg dat wij uit Nederland kwamen, dat hij het een zeer verwarrende aangelegenheid vond, Nederland. You come from the Netherland, from Holland en you speak Dutch. Ik heb hem verteld dat de eerste de naam is van het koninkrijk, de tweede van de provincies en de derde…… Tsja? Bovendien was hij verbaasd dat zelfs Nederlandse kinderen behoorlijk Engels spreken maar wel met een fors Amerikaans accent. Dat kwam volgens hem door de vele Amerikaanse series op TV. Ik vroeg hem of ik ook een Amerikaans accent had, maar dat was niet zo. Ik zei dat ik probeerde om de Queens Englisch te spreken, waarop hij zei, dat spreek ik nog niet eens.

Aan het einde van de rondleiding kregen we de product kennismaking. Het ging hier om een glas 12 jaar oude whisky, daarna konden we kennis maken met 18 jaar oude en uiteindelijk kregen we nog whisky uit de Teapot. Dit was een oud gebruik waarbij, om te voorkomen dat het personeel uit de fermentatie tanks ging drinken. Hier zit een flauw soort bier in van zo’n 8% alc. De directeur de medewerkers drie grote glazen whisky per dag aanbood. De eerste kregen ze meteen bij aanvangende werkzaamheden. Daar vele mensen van het personeel in alle vroegte van de ochtend nog geen whisky wilde drinken, namen ze het wel aan, maar goten ze het in een theepot die bij de ingang stond. Aan het eind van de dag was deze helemaal vol en werd deze rondgedeeld. Het gebruik is niet meer van toepassing, maar de naam Teapot staat nog steeds voor caskstrenght whisky. Hiervan heb ik ook twee glazen gekregen. Dit alles kon ik natuurlijk niet allemaal opdrinken, maar bij de stokerij hadden ze al potjes paraat met zelfs stickertjes paraat. Zo heb je ’s avonds na het eten ook nog een dram/glass.

Vandaar uit zijn we weer naar de camping gereden. Het was inmiddels erg mooi en zelfs warm weer geworden, dus hebben we de meteen wat geocaches in de buurt gezocht en meteen nog een hapje gegeten in de Loch Lomond Arms Hotel. Dit keer een Arms burger die bijzonder lekker is gebleken.

Maandag, 10 juli 2017

Is het geen bulderende wind dan wel stortregen dat je in de nacht een soort van wakker houd, is het wel het verkeer op de hoofdweg die direct langs de camping loopt. Niet dat ik er erg wakker van heb gelegen, maar de eerste nacht op een nieuwe locatie is altijd wat slapeloos, alsof je je waakzaamheid moet programmeren dan wel parameters met geluiden die “in orde” zijn en dus geen reden van wakker worden.

Rond negen uur was het vandaag vroeg genoeg om op te staan. Na de verplichtte nummers zijn we afgereisd richting Doune  voor een bezoek aan het gelijknamige kasteel. Madelon wilde daar graag naar toe, daar dit kasteel als achtergrond heeft gediend in de serie “Outlander” en bovendien in een wat verder verleden heeft dienst gedaan voor de film “the Holy Grail”. Bij aankomst heb ik even gepraat met een van de medewerkers terwijl Jet de toegangskaartjes kocht. Op mijn opmerking dat ik dacht dat de winkel groter was, gaf hij aan dat die was verplaatst en dat ze dit inderdaad kleiner hadden gemaakt, puur voor de kaartverkoop en uiteindelijk kwamen we op het feit dat het kasteel als achtergrond dienst gedaan had voor “Monty Pythons:  The Holy Grail” en haalde hij vanonder de balie twee halve kokosnoten tevoorschijn de deed daar het geluid van het lopen van een paard mee na.

Het Doane Castle

Bij de ingang kregen we een soort MP3 speler en konden we op allerlei locaties van het kasteel achtergrond informatie horen. Deze was ingesproken door Terry Jones een van de acteurs uit de bewuste film. Verder was er ook commentaar door een acteur van Outlander en wel die de personage James Frasier speelde. Na lang rond gedwaald te hebben en een heleboel informatie en geschiedenis rijker te zijn, zijn we naar een in het zelfde dorp aanwezige distilleerderij gegaan en wel de Fa. Deanston. Deze distilleerderij was eerst een katoen spinnerij en weverij en toen deze industrie naar het zuiden van Engeland werd verplaatst hebben ze het etablissement in negen maanden omgebouwd tot distilleerderij in 1966. In de zeventiger jaren is deze wederom gesloten en in 1991 is deze wederom geopend en tot nu toe in bedrijf. Het unieke van deze distilleerderij dat alle energie die nodig is wordt opgewekt door een eigen waterkrachtcentrale waarvan ze zelf 25% gebruiken en de overige 75% in het nationale net pompen. Verder is het een van de weinige bedrijven die een open mash ton hebben en dat is leuk, want op die manier zie je echt goed hoe het mash koken in zijn werk gaat.

Het open Mash vat bij Deanston

De fermentatietonnen waarin de wort gaat zijn van gietijzer en tot nu toe heb ik deze alleen nog maar gezien van naaldhout. Het is de enige locatie waar ik het afvullen van de vaten kon aanschouwen. De persoon die de vaten aan het voorzien was van labels heb ik nog gevraagd of hij nog wel auto mocht rijden na al dat werk met alcohol. Zij reactie was: “Waarom niet, de dampen zijn tot een minimum beperkt. Je krijgt meer alcohol binnen van de mondspoeling die je gebruikt. Bovendien zou hij zo snel niet weten hoe hij de 26 mijl moest overbruggen die hij elke dat heen en weer rijd. Vervolgens kreeg ik te horen dat, nadat hij had gehoord dat ik Nederlander ben, hij in Amsterdam was geweest, in het Anne Frankhuis, bij Heineken en dat hij ook naar de keukenhof was geweest. Daarna kreeg ik te horen van Jet dat ik moest komen, want de groep van de rondleiding was op mij aan het wachten. Ook hier mochten we niet fotograferen in de distillatie ruimte, wegens ontploffingsgevaar. Een beetje onzin lijkt mij, zeker als ik me de aflevering van Mythbusters herinner waarbij de heren proberen om benzine damp tot ontploffing te brengen met een mobiele telefoon. Zelfs met het ideale mengsel lukt het ze niet. Maar regels zijn regels, dus als zij het niet willen, dan is het jammer maar helaas.

De distilleertoestellen van Deanston

In die ruimte overigens kon je nog duidelijk zien dat er verdiepingen in waren. Alle ramen waren voorzien van vensterbanken en die slaan nergens op als ze vier meter hoogte zitten. De rondleider gaf aan dat ze de vloeren hebben moeten verwijderen om de zeer hoge koperen distillatie toestellen te kunnen plaatsen. De rondleiding leidde vervolgens naar een van de opslagruimten. Dit was vroeger de plaats waar vrouwen en meisjes het katoen schoonmaakte. De zoldering van deze ruimte was een soort gewelf, dat volgens de rondleider zo was gemaakt om condenswater dat tegen het plafond zou ontstaan naar de zijkanten zou afdruipen in plaats van op de katoen. Nu lagen daar de vaten. Waaronder een zeer oud vat van Tobermory uit 1974. Hij gaf aan dat het gebruikelijk is om vaten bij andere distilleerderijen onder te brengen, opdat bij brand niet alle product verloren gaat. Uiteindelijk kwamen we dus bij de proeverij alwaar wij het reeds bij mij bekende Virgin Oak te proeven krijgen. Hier kreeg ik nog iets te horen dat ik niet wist. De whisky mag op nieuwe vaten liggen, maar dat doen de schotten niet, want dan krijg je bourbon, dus gebruiken ze oude bourbon vaten waar de scherpe eikensmaak vanaf is. Bij Deanston leggen ze in het geval van de Virgin Oak, de whisky na de rijping in oude vaten nog even in ongebruikte vaten, wat een zeer scherpe vanille smaak geeft. Nog een reden waarom Schotten gebruikte vaten gebruiken. In de wet van Amerika staat dat Bourbon alleen mag rijpen in nieuwe Amerikaans eiken vaten gedurende minimaal 3 jaar en één dag (schrikkeldag), daarna zijn ze voor bourbonfabrikanten onbruikbaar en worden ze voor weinig aan de Schotten verkocht.

Vooraanzicht van de Deanston Distilleerderijen

Hiermee was de dag voor wat bezoekjes ten einde gekomen en na een bezoek aan Tesco’s zijn we weer naar de camping gereden. Het was toen al zes uur.

De rest van de avond bestond uit lezen, puzzelen en voor mij o.a. bloggen.

Zondag, 9 juli 2017

Na het, kunnen we inmiddels we stellen, noodweer van gisteren en vannacht, is het uiteindelijk weer rustig geworden. Volgens Henriëtte die rond half twee wakker was, was de wind toen al gaan liggen en de continu de tent bombarderende stortregen was gestopt. Van dit alles heb ik niets meegekregen, behalve dan, dat ik rond half acht wakker werd en meteen ben opgestaan. Henriëtte en Madelon volgde mij kort daarop, zodat we snel konden beginnen aan het opbreken van de tenten.

Een van de vele hulpen bij het wegwerken van ons oude brood.

Reeds om half tien zaten we in de auto en reden af richting Loch Lomond. Wederom langs de Fairy Pools alwaar het al aardig begon vol te lopen met publiek en natuurlijk het eerste deel van single-track weg die nu natuurlijk stijf stond van de tegenliggers, allemaal onderweg naar een stukje natuur die ik eerder reeds in de Ardennen heb gezien waar hele volksstammen op af komen wat dan uiteindelijk een heel klein stroompje is met hier een daar wat meer verval zodat het water valt.

Waar ik bang voor was, was niet het geval. Al het verkeer richting het zuiden reed lekker door, kortom we konden hele stukken met 60mph afleggen. Hier en daar even opgehouden door een camper, die net als vrachtwagens en bestelbusjes in GB maar 50mph mogen op buiten bebouwde kom wegen.

Het Eilean Donan Castle

Bij de eerste stop, Eilean Don Castle aangekomen, was het natuurlijk ook al redelijk druk. Om een mooie plek te vinden om een foto te nemen van dit bekende kasteel, was nog even moeilijk, want de natuurlijk in grote getale vertegenwoordigde groep Aziaten waren ook aanwezig, natuurlijk.

Na een half uur zijn we door gereden richting Fort William en na een korte stop bij de Lidl voor wat overheerlijk koffiebroodjes hebben we onze weg vervolgd door het schone Glencoe en via een zeer plotseling vlak land, dat is Schotland, richting Glasgow.

Rond drie uur waren we op de camping van Luss, zo’n twintig mijl boven Glasgow, gelegen aan de kust van Loch Lomond . We werden ontvangen door een heer die na wat gesprek van Ierse afkomst was en een zeer lange tijd in Zimbabwe had gewoond. Deze vriendelijk man bracht ons naar drie mogelijk camping locaties en daarvan hebben wij op zijn advies een pitch nabij de wallekant van de Loch gekozen. Zoals gewoonlijk stonden de tenten en de inhoud binnen een half uur, dus was er tijd genoeg om op verzoek van Madelon naar een Pub op zoek te gaan. Daar de GPS niet helemaal duidelijk was hoever alles van de camping af was, zijn we in eerste instantie met de auto die richting in gereden. Op een letterlijk steenworp afstand was al een gelegenheid en kort daarna begon het kleine dorpje met een joekel van parkeer terrein. De rest van het zeer kleine dorpje was ruim voorzien van horeca. We hebben de auto dus maar weer naar de camping teruggebracht en zijn lopend die richting uit gegaan.

Onze eerste indruk van het dorpje was, wat is hier zo interessant dat het zeer toeristisch is en er twee touringcars op het parkeerplaats staan die zo’n 60 tot 80 Aziaten loste, zodat ook hier weer even een hogere concentratie Chinezen, Japanners of van welk land dan ook was dan locals. Natuurlijk hielp ik hier aan mee met het scheeftrekken van deze verhouding.

Het kerkje van Luss

Na het dorpje bekeken te hebben, bleek het toeristische van de locatie het feit dat het dorpje geheel was opgetrokken uit inmiddels iets gemoderniseerde kleine lage huisjes met rieten dak, Zelfs het kerkje was niet veel groter, maar wel en toch amper hoger met de toren.

Na wat rondgelopen te hebben zijn we het hotel Loch Lomond ingegaan, daar deze met het bord “real ales” het meeste aangesprak. Inderdaad binnen was het een gezellige omgeving, met op de bar de bekende hendels voor de draught ales. Ik kon kiezen uit drie pompen en ik besloot om links te beginnen. Madelon vroeg een, blijkbaar op voorraad zijnde, Italiaanse lager (pils) en werd vervolgens gevraagd om haar ID te tonen. Die bleek ze, volgens eigen zeggen altijd bij zich te hebben, maar uitgerekend vandaag had ze die niet mee. Henriëtte en ik hebben haar meerdere malen aangeboden om die te gaan halen, want de camping was uiteindelijk niet erg ver weg, maar dat vond ze niet nodig. De kaart die het restaurant voerde was dusdanig, dat we besloten om daar te eten. Door dit besluit gingen Jet en Maddie dan toch maar naar de tent op en neer voor de ID van de jonge dame. Mij achterlatend bij al die bierkranen, how inconvenient 😉 Dit moet me denken aan een sticker die ik in een supermarkt bij Fort William heb gezien: “Als we naar je ID vragen, ben dan niet beledigd, maar blij dat we je jonger inschatten dan je werkelijk bent”.

Na een half uur waren ze reeds terug en konden we het diner bestellen en Madelon haar buitenlandse pilsje.

Rond negen uur waren we weer terug bij de tent en trokken de dames zich terug in hun boudoirs en heb ik geprobeerd om mijn boek uit te lezen.

Zaterdag, 8 juli 2017

Halverwege de nacht werd ik wakker. Dit keer niet omdat Jet haar tweemaal 520 stappen ging doen naar het sanitair gebouw voor de bijbehorende stop, nee, het was de wind die behoorlijk was aangewakkerd en het zeer harde getik van neerslag op ons nylon tentdak. Mijn enige reactie gedachte hierbij was: Krijgen we dat weer, nou ja”.

Het vooraanzicht van de Talisker distilleerderij.

Des ochtens rond half acht werd ik weer wakker. De wind was alleen maar harder geworden, helaas.  Rond half tien reden we af richting Carbosk voor het geplande bezoek aan de Talisker distilleerderij. Wederom werd ik me ervan bewust dat Skye een stuk toeristischer is dan Islay. Waar de distilleerderijen op Islay gemiddeld drie rondleidingen per dag hebben, daar heeft Talisker er elk half uur een tussen tien uur ’s ochtens en vier uur ’s middags. Bovendien was de rondleiding ook nog eens tien pond per persoon, waar we op Islay zes pond betaalde. De shop was bij aankomst afgeladen druk. Goed dat we gereserveerd hadden dus.

De rondleiding werd verzorgd door een jonge dame die het proces duidelijk uitlegde. Hier en daar hingen microfoons aan de muur, zodat ze zich boven de fabricage geluiden hoorbaar kon maken. Alles was duidelijk op toerisme ingesteld. De graanmolen stond achter glas. Bij de mash ketel werden we vreemd genoeg niet gewaarschuwd dat deze zodanig heet is dat je je er aan kan verbranden. Alle fermentatietonnen waren met een hangslot afgesloten en elke was van een venster met ruitenwisser voorzien. Je kon er niet aan ruiken en proeven van het halffabricaat was er al helemaal niet bij. Van daar uit kwamen we op de distillatie vloer alwaar twee low-wine stills stonden en drie spirit stills. Hier heten die overigens resp. mash-stil en low-wine still. What’s in the name. Noem je de ketel naar het product of grondstof zullen we maar zeggen. Uiteindelijk mochten we in een wharehouse kijken, wederom achter glas alwaar we prominent zichtbaar vier vaten uit 1979 zagen liggen. Dit zou wederom een special worden volgens de dame van gelimiteerde oplage. Ze gaf aan dat er recentelijk nog zo’n batch was gebotteld. Zo’n 6000 flessen die exclusief bij Talisker werden verkocht. Uiteindelijk was het volgens haar tijd voor de product kennismaking. Hier kregen we in ongemerkte glazen die we uiteindelijk ook niet mee mochten nemen L Sorry Madelon het standaard product. Twee inhouden verdwenen in een meegenomen flesje voor later in de avond en één ging er soldaat.

Hiermee was de rondleiding voltooid. Resumerend: Van de vier genoten rondleidingen van deze vakantie staat Laphroaic met stip op 1, daarna Lagavulin op 2 gevolgd door Ardbeg op 3 en helaas voor Talisker, zij staan op 4. Het feit dat ze DE toeristische trekpleister van het eiland zijn, doet ze in mijn ogen niet goed.

De rondleidende dame bij Talisker had mijn interesse gewekt voor wat betreft de exclusive uitgave. Meteen ging ik dan ook kijken welk een prijskaartje er bij stond. Deze zou tachtig pond moeten kosten en dan zou ik nog vijf pond korting krijgen vanwege de rondleiding. Natuurlijk weet je het qua smaak nooit met whisky dus vroeg ik deze te proeven. Keurig werd de whisky aangeboden met een beetje water erbij om deze eventueel te verdunnen. Het bleek een zeer aangename whisky te zijn en heb deze dan ook aangeschaft. Er was vanwege de beperkte oplage geen koker bij, maar in plaats daarvan werd de whisky in een gevoerde doos gestopt die eigenlijk bedoeld was voor een 25 jaar oude Talisker. Voor ik de fles open maak, ga ik eerst even bij de Druiventuin langs, wellicht hebben ze daar interesse, al denk ik dat het beter is om deze te openen wanneer Hans of Ketu bij mij over de vloer komen.

Vanuit Talisker zijn we naar het kasteel van de McLeod’s gereden, maar de toegang stond niet in verhouding tot onze interesse voor zo’n etablissement, dus zijn we doorgereden richting een wat grotere plaats, Portree, voor de boodschappen. Halverwege de rit, viel ons oog op handgeschreven borden langs de weg die verwezen naar sheepdog wedstrijden. Om daar te komen moesten we weer hele stukken over zeer kleine weggetjes rijden en uiteindelijk kwamen we bij een weiland die zeer vol stond geparkeerd met allerlei pick-up trucks en kampers met dog-treckers. Het weer was dusdanig slecht, dat we een deelnemer hebben bekeken. De sheepdog werd door toegeroep en gefluit door de eigenaar gestuurd en handig leidde de hond drie schapen van poortje tot poortje om vervolgens een kraal in gedreven te worden. Zeer leuk om eens te zien.

Via Portree, een klein stadje die zeer toeristisch bleek. (busladingen Aziaten) zijn we weer richting camping gereden. We wilde alsnog een poging ondernemen om naar de Fairy-pools te gaan, maar het weer was dusdanig slecht dat we toch maar zijn doorgereden.

Uitzicht vanuit de auto op de terugweg naar de camping.

Terwijl ik dit schrijf gaat de tent hevig heen en weer van de wind en dendert letterlijk de regen tegen het tentdak. Tot nu toe houden ze het alle drie goed. Morgen gaan we weer richting Glasgow, want maandag gaat Madelon met het vliegtuig weer terug en wij een dag later per schip.

Vrijdag, 7 juli 2017

Midden in de nacht om een of half negen, ben ik opgestaan. Niet als eerste, want Jet was voor de verandering eens eerder. Na de verplichte ochtend nummers was het tijd om het kampement op te breken en in de auto op te bergen. Dit keer compacter, want Madelon moest er ook nog bij inclusief haar hutkoffer. Dit keer heb ik geëxperimenteerd met een volledig andere indeling en het leek of dit inderdaad een heleboel extra ruimte gaf. Helaas, uiteindelijk moest Madelon worden ingevouwen op de achterbank van de auto onder een dekbed en een heleboel kussens. Dit alles was natuurlijk heel vervelend voor haar, want ze ging vrijwel onmiddellijk onder zeil en tot aan Maliag heeft ze liggen slapen. Daar werd ze bruusk wakker gemaakt vanwege het feit dat we een ticket voor de ferry moesten kopen en vervolgens moesten inschepen………

De reis vanuit Fort William naar Malaig ging snel. Het was een mooie route langs Glenfinnan, Loch Shiel en verder. In Glenfinnen wilde ik eigenlijk stoppen voor een bezoek aan het monument van William Wallace en het beroemde viaduct van de trein (Harry Potter) maar het bleek dat ik niet de enige was. Alle parkeerplaatsen waren afgeladen van toeristen, dus besloten we om maar door te rijden over de weg die zich langs Loch’s kronkelde en uiteindelijk doodliep in het rustieke kustplaatse Malaig. Bij de ferry aangekomen bleken we een uur te moeten wachten voor de overtocht, dus de auto geparkeerd, een slapende Madelon achter gelaten en vervolgens op een bankje plaats genomen met een uitzicht op de haven. Na een uur mochten we ons melden bij de ferry. We konden aansluiten in rij 3. Naast ons in rij 2 stond een oude MG B met daarin twee op heren op leeftijd die een behoorlijke tijd met elkaar aan het oreren waren. Uiteindelijk vielen ze in slaap, waarna ze door de conducteur van de ferry gewekt werden. Na deze een-acter gingen ze vervolgens een filmopname maken, waarbij een van de heren, gefilmd door de ander, ging vertellen waar ze waren, waar ze in reden en wat ze gingen doen. Het bleek dat ze onderweg waren voor een ultraliteflight over Skye.

Uitzicht op Malaig

Overal gezien een koddig tafereel waar ik door een open raam niets van heb hoeven missen.

Na een overtocht van een half uur waren we dan eindelijk op “the Isle of Skye”. De weg naar de camping toe was schitterend, al was er wel een klein ergernisje van mensen die 30 mph een hele snelheid vinden. Uiteindelijk kon ik met andere Britten de auto’s inhalen opdat we toch nog enige snelheid konden ontwikkelen. In eerste instantie was het nog een tweebaans weg, maar dit werd na de eerste afslag een eenbaansweg en al optrekken, afremmend, auto’s laten passeren, optrekkend enz. enz. kwamen we dan eindelijk op de camping aan. Wederom, maar nu aan een windstil, strand gelegen en van elektriciteit voorziene camping. Wel veel midges, maar de spray die we op de vorige camping gekocht hebben werkt bij nader inzien erg goed.

Nadat de tenten opgezet waren en ingericht, zijn we het hele eind weer terug gereden richting de Talisker distilleerderij, alwaar we hebben gereserveerd, vervolgens boodschappen in het naast gelegen gehucht. Een container achtige gebouw met in het groot de tekst “Shop” Goed dat het er op stond, want ik was er anders nooit achter gekomen dat dit een winkel betrof. We hebben de eerste levensbehoefte  “Guiness” kunnen kopen en natuurlijk ook wat te eten.

Bij terugkomst op de camping, hebben we nog een mooie wandeling gemaakt langs de kust naar een waterval die vanaf de camping te zien was. Vervolgens was het na het eten alweer na elven, oftewel bedtijd.

Morgen moeten we op tijd opstaan, want dan moeten we de fairy pools  bezoeken alvorens de toeristen gekte uitbreekt. Dit ligt langs de weg naar de camping, maar alle keren dat ik deze attractie passeerde zijn we maar doorgereden omdat het barstte van de mensen en er zelfs op de passeerplaatsen werd geparkeerd en de doorstroming er niet beter van werd. Vervolgens hebben we een afspraak in de distilleerderij en dan zien we wel. Er schijnt verderop nog een mooi kasteel te zijn die door de McLeod familie bewoond werd.

Donderdag, 6 juli 2017

Wordt je wakker, is alles stil. Zouden we dan toch mazzel hebben en met mooi weer de Ben Nevis op kunnen? De weersverwachtingen waren nou niet bepaald rooskleurig. Mijn verwachtingen werden snel teniet gedaan door een regelmatig getik van regen op het tentdoek. Ik heb me omgedraaid. Acht uur, nog steeds regen zo te horen. Half negen, het is droog, althans het is gestopt met regenen. Effe naar buiten kijken. Het is droog en de wolken verraden niet of het snel weer gaat regenen, maar de bergtoppen zijn niet zichtbaar door laaghangende wolken. “Het wordt niets meer vandaag” krijg ik naar mijn hoofd van Jet. Na een ontbijt, horen we de buren zeggen tijdens het langslopen “Ben Nevis here we come”. Ach we kunnen natuurlijk wel een stukje gaan lopen, is het idee. De wandelspullen worden bij elkaar gezocht, bergschoenen aangetrokken. Warme en regenkleding in de rugzak. Genoeg eten en drinken, telefoons en GPS ook mee. We vertrekken rond half elf en voor ik de camping af ben kan ik al weer even terug om de wandelstokken te halen. Tien minuten later zijn we dan echt op weg. Vanaf de camping kunnen we na een stevige klim inhaken op het wandelpad vanaf Fort William. De route is voor een groot gedeelte geplaveid met grote stenen die netjes als puzzelstukjes naast en achterelkaar liggen. Dit loopt niet echt makkelijk en afdalen is helemaal een crime zullen we later ervaren. We worden in eerste instantie ingehaald door een groot aantal wandelaars van recentere bouwjaren. Dat dit voor een groot gedeelte doodlopers zijn, kwamen we al snel achter, want die worden ingehaald, terwijl ze rusten en niet echt meer gezien. De route  voert ons langs de helling tegenover de camping en buigt dan af richting de Ben Nevis. Hier wordt de route een stuk vlakker en heb je het idee dat het ergste achter de rug is. Daar je pas anderhalf uur gelopen hebt en de prognose vier uur is zou je anders moeten laten denken!  Op het moment dat de doelberg daadwerkelijk bestegen wordt, wordt het pad steeds steiler en vervelender geplaveid. Waar ik in eerste instantie nog in T-shirt liep, moest ik nu uitwijken naar een trui. Kort daarna moest ik ook nog een regenponcho tevoorschijn halen, want het begon er ook nog bij te motregenen. Door mijn gestage pas, liet mijn huid behoorlijk water lopen ter koeling, wat vervolgens weer in mijn trui kroop, wat het een en ander er niet warmer op maakte. Na ieder bocht had ik het idee dat de berg qua wandelpad aan het opraken was, maar steeds zag ik door de mist meer pad en steeds weer wandelaars die mij in tegengestelde richting passeerde. Het werd steeds kouder en stiekem begonnen er gedachten te komen of ik wel verstandig bezig was. Mijn spijkerbroek was doorweekt. Mijn trui toch wel. De poncho gaf niet echt veel bescherming. Ik besloot te stoppen en een truiwissel te doen. De snijdend koude wind op mijn ontblootte bovenlijf was niet echt een pretje en verkrampende borstspieren maakte me wat zenuwachtig. Vanuit de mist doemde er een kleine gestalte op. Het bleek Madelon. Vervolgens kreeg ik twee tegenliggers en die werden gevraagd hoever het nog klimmen was. Volgens de heren was het nog zeker 30 minuten lopen. Hierop stond mijn besluit vast. Ik laat ook mijn laatste trui niet nat regenen om dan mogelijk toegevoegd te worden aan de statistieken van jaarlijkse doden op berg. De boel ligt in de wolken, je ziet er niet meer dan op de plek waar ik al was. In overleg met Madelon ben ik omgedraaid.

De cirkel markeert de plaats. In de gele staat Henriëtte die voor de foto uit de tent is gelokt en in de rode staat ons kampement.

Op de terugweg bleek hoever we al gekomen waren. Afdalen gaat altijd zeer snel, maar het leek nu alsof er meer berg was dan op de heenreis. In ieder geval had ik het weer warm en liepen we in een gestaag tempo weer naar beneden. We waren rond vijf uur weer op de camping. Bij nader inzien bleek Jet ook nog een heel eind gekomen te zijn en is wijselijk al eerder omgekeerd.

Nu ik dit schrijf en voel hoe vermoeid ik ben en zeker ook de schouders die zeer doen van het afdalen met stokken, die overigens weer voorkwamen dat er te erg werd uitgegleden over die vervelend geplaveide stenen. Normaler wijze zou ik teleurgesteld zijn als ik een top niet bereik, maar nu heb ik daar helemaal geen problemen mee en heb het gevoel dat ik met deze beslissing erger heb voorkomen.

Wat zal ik dadelijk lekker slapen en morgen, morgen pakken we de boel in en gaan naar de Isle of Skye.

Woensdag, 5 juli 2017

De dag begon zeer mooi. Was dus, net als gisteren, een schitterende dag geweest om de Ben Nevis te gaan bedwingen. Maar we hadden besloten om een rustdag in te lassen, daar alle wandelperikelen duidelijk af te lezen in de vermoeidheid van de benen. De dag werd dus doorgebracht met een beetje zitten, hangen, dutten, boekje lezen, puzzeltje maken. Je zou de tijd bijna vergeten…. En dat is het zover, de lange reis naar Fort William werd ingezet. Precies 10 minuten later stonden we geparkeerd bij de Lidl, in de directe omgeving van het station. Gisteren hadden we op een helling vanaf boven naar Fort William zitten kijken en ons afgevraagd hoe het spoor door het stadje liep. Welnu, op het station aangekomen was het duidelijk. Het spoor loopt daar dood. Na eerst een bakkie koffie te hebben gescoord, zijn we het perron opgelopen en dat was bij nader inzien precies op tijd om de Harry Potter trein, “the Jacobite” stoomtrein te zien aankomen. Na aankomst liep het perron in hoog

“The Jacobite” stoomtrein arriveert.

tempo vol met Aziaten en hier en daar een Europeaan.  De locomotief werd afgekoppeld en weer aan de andere kant van de wagons aangekoppeld. Daarna vertrok de lege stoomtrein. Inmiddels was het weer rustig geworden op het perron en konden we in alle rust wachten op het arriveren van de trein waarin Madelon zich ophield. Keurig op tijd kwam de trein aan en kon Madelon zich bij ons voegen. Na wat boodschappen bij Lidl, zijn we terug gereden naar de camping alwaar het meisje zich vrijwel meteen terug trok in de tent en voor de rest van de avond en de nacht natuurlijk onder zeil ging.

Later op de avond hebben we nog een korte wandeling gemaakt op zoek naar Geocaches. Een hebben we gevonden nabij een zeer oude begraafplaats, met graven uit de 19de eeuw, al waren er hier en daar toch nog meer recente graven. Daarna zijn we naar een andere gelopen. Wat in eerste instantie een simpele klim leek, bleek bij nader inzien een straffe wandeling te worden en uiteindelijk voor niets, behalve natuurlijk de mooie natuur, want de cache werd niet gevonden.

Wij zijn tijdig ter bedden gegaan, want de volgende dag gaan we naar de summit van Ben Nevis lopen.

Dinsdag, 4 juli 2017

Ik werd opgeschrikt van aluminium tentpaal geluiden. Je weet wel dat bepaalde geluid dat je krijgt als je aluminiumbuizen tegen elkaar slaat. Toen viel me ook pas op hoeveel georeer er over de camping zweefde. Toen ik eindelijk buiten de tent kwam, bleek een aantal kampeerders bezig met het opbreken van hun kampement, tevens bleek dat een andere groep reeds afgereden was. Wat de reden was van het grootschalig vertrek, weet ik niet. Het was gisteren geen bank holyday en ook niets anders. Het zal wel toevallig geweest zijn.

Grey Mares Waterfall

Vandaag hebben we een bezoek gebracht aan Glencoe. Een mooi dal en mooie uitzichten over de Loch. We zijn gestopt in het plaatsje Kinlochleven. Vandaar uit konden we naar de Grey Mares Waterfall wandelen. Een waterval die die naar echt verdiend, al moest ik wel wat halsbrekende toeren uithalen om een beetje in de buurt te komen voor een mooie foto, al was ik na deze klimpartij eigenlijk wat te dicht bij.

Het kunst en vliegwerk voor een foto en dat met drie Hanzen tegelijk!

Vanaf de waterval zijn we in een rustig tempo via de Lidl terug gereden naar de camping en na de lunch te voet naar Fort William afgereisd. Dit betrof een wandeling via een berghelling en uiteindelijk vanaf een mooi uitzichtpunt over Fort William na een korte afdaling dit stadje ingelopen. Het stadje heeft een leuk winkelstraatje, maar je loopt er wel zo door heen. Na een ijsje was het weer tijd om terug te lopen.

En dan steekt Hamish ook nog z’n tong uit!?!?!?

Het totaal was geen lange wandeling, maar toch zo’n vier uur weggeweest.

Het was inmiddels redelijk weer geworden. Dit wil zeggen, de zon was doorgebroken en daar er vrijwel geen wind stond op de camping, werd het snel (in mijn ogen) behaaglijk warm. Helaas verdween de zon snel achter de bergen en koelde het dus ook weer snel af.

Uitzicht op de zon overgoten Ben Nevis

Morgen doen we lekker niks. Inmiddels zijn er aardig wat kilometers onder de zolen doorgegleden, dus het is nu tijd om voeten wat rust te gunnen. Bovendien arriveert Madelon morgenmiddag per trein in Fort William, dus moeten we natuurlijk wel in de buurt zijn om haar af te halen.

Maandag, 3 juli 2017

Rond half vier werd ik wakker van een hoop geritsel en getrippel. Rond de tent was een beest van, tot op heden, onbekende familie bezig met rommelen en heen en weer lopen. Ik was bang dat een dier onze voedselvoorraad gevonden had, maar te loom om hier wat aan te doen. Het enige wat ik kon doen en deed, was ogen dicht en verder slapen.

Half acht. De telefoon gaat! Kijken … en het blijkt een zakelijk contact te zijn. Telefoon aangenomen en uitgelegd dat ik op vakantie ben. Toch geprobeerd om van dienst te zijn, maar wat doe je zonder PC als je software schrijft en daar vragen over hebt. Toch maar vriendelijk verzocht om met collega contact te leggen.

Half negen. Hoogste tijd om op te staan. Na ontbijt en koffie richting Fort William afgereisd. Het was vandaag zeer mooi weer naar Schotse maatstaven, dus na boodschappen besloten om een wandeling te gaan maken door de Glen Nevis, het dal aan de voet van de Ben Nevis.

Uitzicht vanuit de tent op o.a. de Ben Nevis

De wandeling ging in eerste instantie zeer mooi, langs de berghelling met uitzicht op de Ben Nevis, maar naar de kilometers onder onze bergschoenen door gleden werd het pad steeds drassiger en uiteindelijk was het van steen naar steen springen en maar hopen dat je daar niet van af gleed. Dit gebeurde uiteindelijk wel en dan kon je met vieze schoenen naar een stroompje schoonwater gaan zoeken om ze vervolgens weer schoon te spoelen. Ja, mijn bergschoenen zijn waterdicht bleek.

Aan het eind van het pad was daar een waterval. Voor Schotse begrippen van behoorlijke betekenis, want het was daar druk met toeristen. Helaas voor Nederlanders die de Alpen gewend zijn, was het een leuk stroompje, zo eendje waar je je schoenen in afspoelt 😉 De waterval was reden om op de gevoelige chip vast te leggen, maar toch bleef het een stroompje.

De Glen Nevis lower falls

Langs de andere zijde van de Glen liepen we weer richting de camping. Dit pad was een stuk beter te belopen en daardoor schoten we snel op. Onderweg hadden we het idee, dat, als je zegt dat we in de Ardennen, Eifel, dan wel Alpen lopen, geloven we het ook. De standaard half verharde weg langs een berghelling met aan beide zijde naaldbomen, die vindt je in die gebieden ook. De taal van de groetende tegenliggers daarentegen bevestigde de locatie weer.

Na ca. vier uur lopen waren we weer op de camping voor een welverdiend biertje/cidertje en een douche om weer enigszins fris te worden. Terwijl ik dit schrijf zit ik in T-shirt en korte broek, want het is lekker weer. Fris, maar goed te doen en vrijwel geen Midges!

Rond zeven uur werden de Midges wakker, leek het. Hier en daar voelde ik de kleine, doch irritante prikjes op mijn benen, armen en gezicht. Toch maar terug trekken de tent in en hiermee was ik een van de laatste die deze actie in praktijk bracht.

De avond maaltijd wederom simpel. Macaroni Bolognese. Daarna nog koffie en dan is het alweer donker aan het worden, dus tijd voor een goed boek en voorzichtig de oogjes dicht.