Vrijdag, 2 juni 2023

Vandaag stond een bezoek aan de Glen Scotia distilleerderij op het programma. Onze organisator had lang geleden een rondleiding geboekt en deze boeking bleek verloren gegaan te zijn. Opnieuw boeken bleek niet mogelijk, want ze waren inmiddels volledig volgeboekt. Na was bellen en smeken was de Master Distiller Ian genegen om een deel van zijn vrije dag op te offeren en ons toch een rondleiding te geven. Deze distilleerderij bleek een schril contrast met die van Springbank van de vorige dag. Waar Springbank op mij over kwam als een bij elkaar geraapt zooitje was deze allemaal keurig onderhouden. Alle onderdelen van een distilleerderij passeerde opnieuw de revue en de rondleiding eindigde wederom in een warehouse alwaar we twee whisky’s te proeven kregen. De eerste kwam uit een sherryvat en had daar drieëntwintig jaar in gerust en de tweede was en jonge variant. Voor beide whisky’s opende Ian een vat, haalde er met een pijp een hoeveelheid whisky uit en vulde daarmee alle glaasjes. Net als de tasting bij Springbank, heb ik dat nog niet eerder meegemaakt, maar was erg leuk.

In de shop vond ik een petje van dit merk en die wilde ik afrekenen. De dame zij dat ik ook de tour moest betalen en mijn opmerking dat dit waarschijnlijk al gedaan was werd van tafel geveegd want volgens haar administratie moest er nog een worden betaald. Buiten gekomen kreeg ik van Bob te horen dat hij inderdaad voor ons achten betaald had en dat er dus dubbel betaald was. Toen ik terug ging voor mijn geld, kreeg ik te horen dat nu iedereen betaald had en dat ik zelf maar bij de groep moest gaan zoeken naar mijn geld. Ik heb op het punt gestaan om met flessen te gaan gooien, maar gelukkig was het koud genoeg buiten en koelde ik snel weer af.

Tijdens de korte wandeling van de distilleerderij naar de Thalassa heb ik mijn verhaal menig keer geventileerd richting een ieder die het wilde aanhoren en aangekomen bij het schip heb ik het ook aan de organisator van de tour verteld en hij zou het die avond tijdens het eten bij de opvarende melden.

Nadat iedereen aan boord was, kon de reis beginnen naar het eiland Arran. Aldaar zou de Thalassa voor anker gaan en wij zouden per dinghy naar de wal worden gebracht om van daar uit naar een andere distilleerderij te lopen. Helaas bij aankomst bleek er geen goed ankerplaats te vinden te zijn dus dit uitje werd afgesteld. In plaats daarvan lieten ze het schip met de stroom mee drijven en werd er gevist. Er werd uiteindelijk heel wat makreel binnen gehaald die vervolgens door de kok met de hulp van Rick werd schoongemaakt en gedeeltelijk gebakken. Dit als hapje bij het bier dat inmiddels op tafel verschenen was. De wind stond goed, dus werd al het vierkante zeil gezet dus er waren weer wat leuke werkzaamheden aan dek.

Na zo’n twee uur zeilen werd alles weer bestreken en werd het laatste deel naar Troon afgelegd met de motor. Rond zeven kwamen we weer aan in de haven van Troon en zou er die avond een captainsdiner worden geserveerd. Deze zou bestaan uit kleine kreeftjes. Voor mij had Jelle (de kok) een maaltijd in elkaar gedraaid gemaakt van de kliekjes van de vorige dag. En die was erg smakelijk, dus na en “dik” uur was iedereen voldaan. Tijdens de maaltijd werd er veel medegedeeld en ook het feit dat ik twee keer betaald had voor mijn rondleiding. Daar kwam verder geen oplossing uit dus stelde Joris voor om mij terug te betalen met een paar drams whisky het geen ik met beide handen aanpakte.

Daar dit onze laatste avond aan boord was hebben Bob en René een tekst in elkaar gedraaid op basis van het lied “Al die willen de kaap’ren varen”. Deze werd aan de bemanning ten gehore gebracht door ons begeleid op de gitaar door Bart en mij. Dit bleek een succes, dus werden er nog twee Zeemans liederen ingezet die dit keer door iedereen werden meegezongen. Na deze muzikale uitspatting was het tijd voor het nuttigen van een paar drams om aansluitend de kooi op te zoeken. Morgen gaan we van boord gaan.