Na het, kunnen we inmiddels we stellen, noodweer van gisteren en vannacht, is het uiteindelijk weer rustig geworden. Volgens Henriëtte die rond half twee wakker was, was de wind toen al gaan liggen en de continu de tent bombarderende stortregen was gestopt. Van dit alles heb ik niets meegekregen, behalve dan, dat ik rond half acht wakker werd en meteen ben opgestaan. Henriëtte en Madelon volgde mij kort daarop, zodat we snel konden beginnen aan het opbreken van de tenten.

Reeds om half tien zaten we in de auto en reden af richting Loch Lomond. Wederom langs de Fairy Pools alwaar het al aardig begon vol te lopen met publiek en natuurlijk het eerste deel van single-track weg die nu natuurlijk stijf stond van de tegenliggers, allemaal onderweg naar een stukje natuur die ik eerder reeds in de Ardennen heb gezien waar hele volksstammen op af komen wat dan uiteindelijk een heel klein stroompje is met hier een daar wat meer verval zodat het water valt.
Waar ik bang voor was, was niet het geval. Al het verkeer richting het zuiden reed lekker door, kortom we konden hele stukken met 60mph afleggen. Hier en daar even opgehouden door een camper, die net als vrachtwagens en bestelbusjes in GB maar 50mph mogen op buiten bebouwde kom wegen.

Bij de eerste stop, Eilean Don Castle aangekomen, was het natuurlijk ook al redelijk druk. Om een mooie plek te vinden om een foto te nemen van dit bekende kasteel, was nog even moeilijk, want de natuurlijk in grote getale vertegenwoordigde groep Aziaten waren ook aanwezig, natuurlijk.
Na een half uur zijn we door gereden richting Fort William en na een korte stop bij de Lidl voor wat overheerlijk koffiebroodjes hebben we onze weg vervolgd door het schone Glencoe en via een zeer plotseling vlak land, dat is Schotland, richting Glasgow.
Rond drie uur waren we op de camping van Luss, zo’n twintig mijl boven Glasgow, gelegen aan de kust van Loch Lomond . We werden ontvangen door een heer die na wat gesprek van Ierse afkomst was en een zeer lange tijd in Zimbabwe had gewoond. Deze vriendelijk man bracht ons naar drie mogelijk camping locaties en daarvan hebben wij op zijn advies een pitch nabij de wallekant van de Loch gekozen. Zoals gewoonlijk stonden de tenten en de inhoud binnen een half uur, dus was er tijd genoeg om op verzoek van Madelon naar een Pub op zoek te gaan. Daar de GPS niet helemaal duidelijk was hoever alles van de camping af was, zijn we in eerste instantie met de auto die richting in gereden. Op een letterlijk steenworp afstand was al een gelegenheid en kort daarna begon het kleine dorpje met een joekel van parkeer terrein. De rest van het zeer kleine dorpje was ruim voorzien van horeca. We hebben de auto dus maar weer naar de camping teruggebracht en zijn lopend die richting uit gegaan.
Onze eerste indruk van het dorpje was, wat is hier zo interessant dat het zeer toeristisch is en er twee touringcars op het parkeerplaats staan die zo’n 60 tot 80 Aziaten loste, zodat ook hier weer even een hogere concentratie Chinezen, Japanners of van welk land dan ook was dan locals. Natuurlijk hielp ik hier aan mee met het scheeftrekken van deze verhouding.

Na het dorpje bekeken te hebben, bleek het toeristische van de locatie het feit dat het dorpje geheel was opgetrokken uit inmiddels iets gemoderniseerde kleine lage huisjes met rieten dak, Zelfs het kerkje was niet veel groter, maar wel en toch amper hoger met de toren.
Na wat rondgelopen te hebben zijn we het hotel Loch Lomond ingegaan, daar deze met het bord “real ales” het meeste aangesprak. Inderdaad binnen was het een gezellige omgeving, met op de bar de bekende hendels voor de draught ales. Ik kon kiezen uit drie pompen en ik besloot om links te beginnen. Madelon vroeg een, blijkbaar op voorraad zijnde, Italiaanse lager (pils) en werd vervolgens gevraagd om haar ID te tonen. Die bleek ze, volgens eigen zeggen altijd bij zich te hebben, maar uitgerekend vandaag had ze die niet mee. Henriëtte en ik hebben haar meerdere malen aangeboden om die te gaan halen, want de camping was uiteindelijk niet erg ver weg, maar dat vond ze niet nodig. De kaart die het restaurant voerde was dusdanig, dat we besloten om daar te eten. Door dit besluit gingen Jet en Maddie dan toch maar naar de tent op en neer voor de ID van de jonge dame. Mij achterlatend bij al die bierkranen, how inconvenient 😉 Dit moet me denken aan een sticker die ik in een supermarkt bij Fort William heb gezien: “Als we naar je ID vragen, ben dan niet beledigd, maar blij dat we je jonger inschatten dan je werkelijk bent”.
Na een half uur waren ze reeds terug en konden we het diner bestellen en Madelon haar buitenlandse pilsje.
Rond negen uur waren we weer terug bij de tent en trokken de dames zich terug in hun boudoirs en heb ik geprobeerd om mijn boek uit te lezen.