Na een veel bewogen sportieve zondag, die een vervelende nasmaak had, daar twee van de wielrenners uit de zondag groep van STGV in het zicht van de “haven” zeer hard ten val waren gekomen, begon de maandag later dan normaal.
Om 09:00uur kwam het geheel tot leven en na een ontbijt, koffie en tijdens het bekijken van het journaal werd er begonnen met het herindelen van de auto.
Het reservewiel die normaal te vinden is onder een plank en daarmee zeer veel van de ruimte in de achterbak in beslag neemt werd bruusk uit z’n bed gelicht en in de eerder die ochtend geplaatste dakkoffer gedeponeerd. Ook de boordgereedschappen en krik ontliepen een zelfde lot niet. Na deze actie was er een hoeveelheid ruimte ontstaan, dat de vier tenten zonder problemen in deze ruimte verdwenen en er zelfs voldoende ruimte overbleef voor bergschoenen.
Al ladend en stapelend werd alle bagage over achterbak en dakkoffer verdeeld en bleef tot mijn grote verbazing zicht via de achteruitkijkspiegel mogelijk. Hiermee was het leeuwendeel van de dag voorbij en werd ik vriendelijk doch dringend verzocht om het huis te verlaten, opdat Henriëtte zakelijk het huis nogmaals kon stofzuigen. Het is dat ons huis gewoon bewoond blijft anders zou ik denken dat ze dit alles ondernam om goed voor de dag te komen voor eventuele inbrekers.
Ik had afgesproken om met Ruben te gaan kano-en, maar deze had zojuist bij mij afgebeld. Ik besloot om toch te gaan, zodat ik Ruben bij de instructeur kon afmelden. Aangekomen bij de kanovereniging werd ik uitgenodigd om deel te nemen aan de kanopolotraining van team A. Een uur lang werd er op mijn manier mee getraind en moe maar voldaan fietste ik naar huis. Er zijn op de valreep nog wat laatste zaken voor de vakantie opgezocht en de rest van de maandag werd doorgebracht met het drinken van een overheerlijke West-Malle dubbel.