Woensdag, 24 juni 2020

Later dan ik gewend ben, werd ik wakker. Niet verwonderlijk na een nacht als beschreven in het vorige stukje. Een korte blik op mijn horloge leerde mij, dat het allemaal wel meeviel met laat zijn, want het was kwart over acht. Een ontbijt en douche later, zijn we naar Winterberg afgereisd voor een wandeling door de Winterberger Schlucht.

Het was wat zoeken, maar we vonden bij een Kurort in Winterberg een joekeloeris van een parkeerplaats met veel schaduw alwaar wij de voertuigen konden stallen en zijn we van daaruit na wat raadplegen van de kaart de Schlucht ingelopen. Het was een mooie wandeling, al moesten we in eerste instantie wel behoorlijk wat afdalen om nabij de rivier te komen. Nou, Rivier? Meer iets van een stroompje. Alles wat je afdaalt moet je ook weer omhoog en na een goed uur lopen waren we aangekomen bij een pad dat, ietwat stijl, ons weer op de zelfde hoogte zou brengen als de auto’s. Viel bij nader inzien best mee, al had Larissa, vanwege haar gevorderde zwangerschap en behoorlijk wat moeite mee. Vanaf het parkeerterrein vereerden wij de supermarkt nog met een bezoek en daarna waren we iets voor twaalf uur weer terug op honk.

Larissa had aangegeven, vanwege ongemakken veroorzaakt door een ongeboren kind, klaar te zijn met wandelen, dus die zou net als gistermiddag thuis blijven met Luke en Joost. Henriëtte en ik zijn wel nog even de lokale natuur ingetrokken. Achter het park ligt een heuvel/berg landschap dat zo’n vijf kilometer lang en zeker drie kilometer breed is en doorkruist door vele paden en smalle wegen. Mogelijkheden genoeg. Zeker voor mountainbiken.

Na zo’n twintig meter in het park gelopen te hebben, liepen we reeds een bergweggetje op. Eerst nog langs de verlaten skipiste van Landal, welke aan de lengte en steilheid vermoedelijk bedoeld is voor beginners en jeugd, maar daarna liepen we reeds het bos in. Na korte tijd bereikte we het punt Minenplatz. Dit bleek een achtsprong te zijn voorzien van een schuilhut. Vandaar uit zijn we richting zuid gelopen. Tijdens dit pad, werd ik gebeld door Hans. De Stevensbrug, die ik vlak voor de vakantie had opgeleverd, bleek niet meer goed te sluiten en over dit deel van de software bleken binnen het bedrijf allerlei misverstanden ontstaan te zijn. Gelukkig zat het nog vers in mijn hoofd, dus kon al wandelend mijn collega van informatie voorzien. Wel jammer dat het paadje omhoog liep, dus was het wat lastig om de ademhaling tijdens het praten onder controle te houden.

Na een uurtje lopen kwamen we langs een hotel en bleken we het gebied dwars doorkruist te hebben. Om drukke wegen te vermijden hebben we vanaf dat punt maar een ander pad terug genomen. Deze bleek gedeeltelijk dezelfde weg te zijn als die we de dag ervoor, zij het in omgekeerde richting, genomen te hadden. Wederom langs het skigebied wandelend, kwamen we weer bij het huisje terug. Deze leek verlaten te zijn, maar bij aankomst bleek men binnen te zijn gaan zitten.