Maandag, 7 oktober 2019

Ondanks het feit dat ik een wekker had gezet, werd ik zoals gewoonlijk keurig iets na zevenen wakker. Na een douche ben ik weer aan dek gaan kijken naar de doorvaart van een sluis die bij nader inzien van het zelfde ontwerp bleek te zijn als die van vannacht. Nou hoor ik u denken. Wellicht was het ook de zelfde, maar een korte controle van mijn locatie op mijn mobiel leerde mij dat het toch een heel stuk verder was op de Donau.

Der Nibelungenzug

Het ontbijt was zeer compleet. Naast de continentale variant, van diverse broodjes en allerlei soorten beleg waren ook de Engelse onderdelen van de partij. Na een heerlijk bakje muesli heb ik mij dus, ondanks het feit dat ik daar later op de dag last van ga krijgen, gewaagt aan de scrambled eggs and bacon.

Daarna ben ik naar de “Salon” gegaan om aan deze Blog te werken en dat naar internet te schieten. Aan dek en op deze locatie ben ik in het blijde bezit van, een weliswaar langzaam draaiend, internet.

Na de lunch zouden we naar Stift Melk gaan. Dit is een Benedictijner abdij welke naast een klooster ook een Gymnasium is en dat alles sinds 1089 bestaat. Dit klooster is niet gesticht, maar geschonken, vandaar de naam Stift wat in het Duits “schenken” betekend. Daar het mooi weer was, zouden we vroeger vertrekken. Helaas had ik dit niet helemaal begrepen. Er werd gezegd dat de bus om half twee zou afrijden. Dus had ik met mijn moeder om vijf voor half twee afgesproken bij de uitgang. Aldaar aangekomen, bleek het schip op het personeel na geheel verlaten en in de verte zag ik een grote groep mensen lopen. Een kort gesprek met de receptie leerde mij dat de bussen verderop geparkeerd stonden. Met mijn moeder in de rolstoel kon ik de hoge snelheid aannemen en was maar net op tijd om de laatste bus richting het klooster aan te houden. Gelukkig was er nog plaats in de bus, alleen wel helemaal achterin wat voor wat loop probleempjes zorgde bij mijn moeder.

Bij het klooster aangekomen heb ik mijn moeder weer en een soort van snel in de rolstoel gekregen en ben in turbo mode naar de ingang van het klooster gegaan. Er is een lift die ons van het parkeerterrein naar het klooster kon brengen en ook een hellingbaan. Voor de laatste heb ik gekozen en met een enigszins angstige moeder heb ik de afdaling van, bij nader inzien, bijna 20% getrotseerd. Met deze, goede training van benen en armen om over mijn rug maar te zwijgen, was ik vooraan aangeland in de meute die ons bij het verlaten van de bus ver achter zich gelaten had. Mijn moeder riep hierbij: “De eerste zullen de laatste zijn!”

Op het Kloosterplein moesten we na een half uur verzamelen voor de rondleiding en daarom heb ik mijn moeder haar in die nabijheid in het zonnetje geparkeerd 😉 en ben zelf nog even verder gaan kijken. (Dit alles op haar advies overigens)

Tijdens de rondleiding, die goed werd uitgevoerd door ene Sabine, hebben wij samen, mijn moeder en ik, de voordelen van het rolstoelgebruik, genoten. (Lift gebruik en hier en daar voorrang op de meute) Wellicht moet ik mijn moeder maar meenemen naar de Efteling. Hoeven we niet lang te wachten bij de “Baron 1898” :o) Bovendien kan ik dusdanige snelheden met dit voertuig bereiken, zodat we menig bejaarde in de stofwolken van de, door mijn spierkracht aangedreven rolstoel, achter ons lieten.

Het is een klooster van veel vergulden beelden en veel rijkdom. Waar we onze ogen uitkeken in de Keizerlijke vertrekken en bibliotheek hadden we een overtreffende trap in de kerk die eigenlijk geheel verguld is.

Terwijl we in de kerk liepen, viel mijn oog op de tijd. We moesten uiterlijk om half vijf bij de bus zijn en hadden volgens mijn horloge nog tien minuten om die afstand te overbruggen. Na de nodige hindernissen en angsten die mijn moeder moest doorstaan doordat de banden van de rolstoel begonnen te roken, vooral in de bochten …………..

Nee. Met wat hindernissen haalden we op een net tempo de hellingbaan naar de parkeerplaats. Daar ik de 20% naar boven een beetje te hoog gegrepen vond, zijn we met de lift gegaan en kwamen aan bij een reeds gevulde bus, maar we waren zeker niet de laatste! Jeeeeeeh!

Na een mooie en zonnige rit terug, waren we weer in Krems alwaar ik de training van die dag complementeerde met het terugduwen van de gevulde rolstoel in een dusdanig tempo, dat wij vrijwel de eerste waren aan board. Nee, ik heb niet gerend!!!!

Aan board, vond ik dat ik een biertje had verdiend en heb mij getrakteerd op een Erdinger Dunkel. Bij nader inzien een heel lekker biertje met een ietwat “Stout”te afdronk.

De avonds tijdens het schrijven van dit relaas, hoorde ik de motoren weer vertragen. Ik ben snel aan dek gegaan om deze sluis te bewonderen. Mijn eerste indrukken waren een steiger die vol met meeuwen zat. Toen ik de foto nam waren helaas de meeste al gevlogen.   (Mine! Mine!)

Ik heb nog wat staan praten met een man die schipper was geweest en al pratende raakte mijn, door mijn van thuis mee genomen glaasje leeg, dus die probeerde ik tijdelijk in de zakken van mijn vest op te bergen. Helaas herinnerde ik mij te laat dat de zakken van dat vest lek waren en met enige verschrikking in mijn ogen zag ik het glas vanuit mijn vest aan de reis naar het dek beginnen, waarop deze kort daarna te pletter sloeg. Jammer!!!!!!!!! Nu ben ik aangewezen op de dubieuze glazen van board………

In de Salon was een artiest moeizaam bezig om het publiek te entertainen. Zoals ik altijd zeg: Alle muziek is het horen waard, alleen is de irritatie grens bij sommige muziek snel bereikt. Soms zelfs in waarden die alleen uit te drukken zijn in milleseconden. Kortom, snel een kop koffie getapt en een bitterbal gescoord en terug naar de hut om verder te werken aan dit document………..